Goedkeuring, voor het reces, in parlementaire commissie van nieuwe aanpassingen van de steunmaatregelen voor zelfstandigen
De Commissie Sociale Zaken van de Kamer heeft dinsdag gestemd over een wetgevend initiatief van David Clarinval de minister van Zelfstandigen en kmo’s, ondersteund door de parlementsleden uit de meerderheid, dat een aantal bepalingen ten gunste van zelfstandigen bevat. Het nieuwe crisis-overbruggingsrecht 2021 wordt goedgekeurd, het klassieke overbruggingsrecht wordt aangepast en de sociale verzekeringsfondsen zullen voorschotten kunnen ontvangen om hun opdrachten te kunnen blijven uitvoeren.
Allereerst werd het nieuwe crisis-overbruggingsrecht 2021 aangenomen. Voor meer details over deze maatregel kunt u het persbericht van 9 december jl. raadplegen.
Daarnaast wordt het klassieke overbruggingsrecht aangepast. Ter herinnering, dit systeem, te onderscheiden van de "crisis"-variant, bestaat sinds 2016 ter ondersteuning van zelfstandigen in geval van faillissement of stopzetting van de activiteiten. Sommige zelfstandigen zullen helaas hun toevlucht moeten nemen tot het faillissement of de definitieve stopzetting van hun activiteiten, ondanks de steun van de afgelopen maanden.
In dit geval zal de betrokken zelfstandige moeten overstappen van een van de vormen van het crisis-overbruggingsrecht naar het klassieke overbruggingsrecht. Aangezien de toegang tot het klassieke overbruggingsrecht restrictiever is, was het noodzakelijk om de toegangsvoorwaarden tot deze hulp te versoepelen.
Daarom wordt het tijdelijk op drie punten aangepast:
- Ten eerste wordt de toegang voor starters vergemakkelijkt: zij hoeven slechts 2 kwartalen bijdragen te betalen om hierop recht te hebben, in tegenstelling tot 4 kwartalen voorheen.
- Ten tweede zullen zelfstandigen het overbruggingsrecht kunnen combineren met een ander vervangingsinkomen, wat voorheen niet mogelijk was. Op deze combinatie staat wel een maximumbedrag ter hoogte van de bedragen die in het overbruggingsrecht zijn voorzien. Concreet betekent dit dat als het bedrag van hun vervangingsinkomen (OCMW, arbeidsongeschiktheid, enz.) lager is dan het bedrag van het overbruggingsrecht, dit laatste tussenbeide zal komen om de kloof te overbruggen.
- Ten slotte zullen de periodes die door het overbruggingsrecht worden gedekt, in aanmerking worden genomen bij de berekening van het pensioen. Zo zal bijvoorbeeld een zelfstandige die in februari 2021 failliet gaat en dus het overbruggingsrecht voor het 2e, 3e en 4e kwartaal van 2021 en het 1e kwartaal van 2022 krijgt, voor de berekening van zijn pensioen, gedekt zijn tot eind maart 2022.
Ten slotte zullen de sociale verzekeringsfondsen kunnen profiteren van een voorschot op hun beheerskosten. In deze crisiscontext hebben de sociale verzekeringsfondsen uitzonderlijke en onvoorziene kosten gemaakt, terwijl ze de impact van een lagere inning hebben ondervonden, met name als gevolg van de vrijstellingen voor zelfstandigen en het uitstel van betaling van de sociale bijdragen. De missie van de sociale verzekeringsfondsen is belangrijker dan ooit. Het is dan ook van essentieel belang te voorkomen dat deze missies niet meer doeltreffend kunnen worden uitgevoerd en dat de fondsen zich genoodzaakt zien deze extra kosten aan de zelfstandigen in rekening te brengen door het tarief van de beheerskosten in de toekomst te verhogen.
Het Rijksinstituut voor de Sociale Verzekeringen der Zelfstandigen (RSVZ) zal de sociale verzekeringsfondsen dus bij wijze van uitzondering voorschotten tot 35 miljoen euro aan beheerskosten kunnen toekennen om de inkomensverliezen te dekken. Deze voorschotten zullen geleidelijk worden terugbetaald in 2021 en 2022, aangezien de sociale verzekeringsfondsen de uitgestelde bijdragen voor 2020 ontvangen.
Voor minister Clarinval "zijn deze bepalingen noodzakelijk om de zelfstandigen in staat te stellen de ongekende crisis die ze momenteel meemaken te doorstaan. Ik ben blij dat de Commissie sociale zaken ze heeft goedgekeurd, zodat ze aanstaande donderdag kunnen worden voorgelegd aan de laatste plenaire vergadering van de Kamer voor het jaar 2020."