Persbericht

Persbericht: Minister Clarinval reageert op de studie van het Prijzenobservatorium over de prijsverschillen tussen België en de buurlanden

Het Prijzenobservatorium publiceert vandaag een studie over de prijsverschillen tussen België en de buurlanden.

 

Minister David Clarinval is blij met de kwaliteit van deze studie en trekt er meerdere conclusies uit over de analyse van de prijzen van levensmiddelen in België in vergelijking met de buurlanden:

  • Tussen 2016 en 2022 zijn de prijzen van levensmiddelen en niet-alcoholische dranken minder gestegen in België dan in de buurlanden. De lagere prijsverhoging die de voorbije jaren bij ons werd geobserveerd, impliceert dat de kloof tussen de prijzen in België en die in de buurlanden wel afneemt, maar dat de prijzen in België hoger blijven door de historische handicap die voor 2016 werd opgebouwd.
  • De studie stelt bovendien vast dat de prijzen van de merkproducten hoger zijn dan in de buurlanden.
  • Voor niet-verwerkte levensmiddelen, wijst de studie erop dat de Belgische consument in België minder moest uitgeven in 2022 voor fruit en groenten, vlees en vis dan in Frankrijk en in Duitsland.
  • Voor de huismerken en de goedkopere producten, ziet de studie ook een positief aspect: de meeste producten die geanalyseerd werden, zijn goedkoper in België dan in de buurlanden. Een winkelwagen die theoretisch enkel samengesteld is uit huismerken, kost ongeveer 15 % minder in België dan in Frankrijk, ongeveer 25 % minder dan in Duitsland en ongeveer 40 % minder dan in Nederland.

 

De analyse van het Prijzenobservatorium laat toe vast te stellen dat internationale merkproducten gemiddeld duurder blijven in België dan in onze buurlanden, terwijl de “private label” producten, met andere woorden geproduceerd door de distributeur, en niet-verwerkte levensmiddelen goedkoper zijn. Wat vooral belangrijk is, is een inzicht te hebben in de factoren die aan de basis liggen van deze verschillen”, benadrukt minister David Clarinval.

 

Een grote les uit deze studie: analyse van de factoren die aan de basis liggen van de consumptieprijsverschillen

 

De studie stelt een lijst op van de factoren die de consumptieprijzen kunnen doen stijgen en dalen.

 

Er zijn meerdere factoren die de prijzen in België doen stijgen. Dat is het geval voor de loonkosten per werknemer die hoger zijn in België, de flexibiliteit van de arbeidsmarkt die er ook beperkter is, de hogere elektriciteitskosten, accijnzen en taksen, zoals de ecotaks (op verpakkingen), of nog de geldende reglementeringen die een grote impact hebben op de prijzen in België.

De geografische schaal speelt ook in ons nadeel.

 

Het voorbeeld van water is zeer illustrerend: het totaal van de taksen op de prijs van een liter water is ongeveer 10 cent hoger per liter dan die in de drie buurlanden. De taks op de verpakking en de accijnzen op bier zijn ook duidelijk hoger in België dan in Frankrijk en in Duitsland.

 

Wat betreft de factoren die de prijzen doen dalen, benadrukt de studie de positieve rol van de concurrentie op de Belgische markt. De concurrentie op de prijzen is relatief zwaar in België. De Belgische markt van de kleinhandel wordt ook gekenmerkt door een zeer internationaal commercieel landschap, in tegenstelling tot de buurlanden. De gunstige ontwikkelingen in termen van concurrentie dragen bij tot het terugdringen van de prijsverschillen met onze voornaamste buren.

 

De studie van het Prijzenobservatorium toont duidelijk aan dat de hogere loonkosten, het gebrek aan flexibiliteit van de arbeidsmarkt en de hogere taksen in België, met name de ecotaksen (taksen op de verpakking) de prijzen van levensmiddelen sterk doen stijgen. Dat toont het belang ervan aan om te blijven pleiten voor een verlaging van de lasten op arbeid, voor meer flexibiliteit van de arbeidsmarkt en voor een vermindering van de taksen op alledaagse consumptieproducten. De concurrentie, die een positieve impact heeft op de prijzen, moeten we blijven stimuleren”, concludeert minister David Clarinval.