Begroting 2023: beslissingen ter verdediging van de koopkracht van de burgers en het concurrentievermogen van onze bedrijven
Op dinsdag 11 oktober 2022 presenteerde de premier zijn algemene beleidsverklaring aan het parlement. Vice-eersteminister David Clarinval steunde en verdedigde een reeks maatregelen in dit akkoord die gericht zijn op de koopkracht van de burgers en het concurrentievermogen van onze bedrijven.
In een moeilijke context bevestigt de federale regering haar inspanningen om de efficiëntie van haar uitgaven te verbeteren, met name wat de sociale uitgaven betreft. De begrotingssanering zal ook worden bereikt door inkomsten te genereren via de terugkeer op de arbeidsmarkt van mensen met een ziekte of handicap die in staat zijn weer aan het werk te gaan maar daarbij moeten worden ondersteund, en door de strijd tegen sociale fraude op te voeren.
Om onze ondernemingen te beschermen en tegelijkertijd de koopkracht te ondersteunen, zal de index worden gedefiscaliseerd, wat betekent dat de ondernemingen geen sociale bijdragen voor de loonsverhoging hoeven te betalen, terwijl het netto-inkomen voor de werknemers intact blijft. Uiteindelijk komt er maar liefst een miljard euro vrij om onze ondernemers te ontlasten. Deze maatregel is een belangrijk signaal en zal het mogelijk maken de loonhandicap te bestrijden. Uiteindelijk worden het sociaaleconomische weefsel en de werkgelegenheid behouden.
Werk is ook een prioriteit en dat moeten we blijven stimuleren. Daarom is op initiatief van de vice-eersteminister de kwestie van de arbeidsmarkt op de tafel van de regering gelegd via het voorstel voor een Jobsdeal II. Verschillende maatregelen zijn al opgenomen in het slotakkoord van dit conclaaf, zoals de belastingvrije index of het herziene overbruggingsrecht. Het belangrijkste is dat er geen nieuwe belasting op arbeid wordt toegevoegd aan de belastingdruk van zij die werken. Anderzijds werd erkend dat een verdere hervorming van de arbeidsmarkt noodzakelijk is om onze doelstellingen op het gebied van de arbeidsparticipatie en de vervulling van vacatures te bereiken. Een hervorming in die zin wordt dan ook verwacht tegen januari 2023. Voorts zal worden onderzocht of verdere hervormingen nodig zijn om de verwachte kosten van de vergrijzing, die inderdaad noodzakelijk zijn om ons socialezekerheidsstelsel te waarborgen, in de hand te houden.
De regering stuurt dus een echt signaal van waardering en aanmoediging van werk. Daartoe worden verschillende maatregelen ingevoerd:
- Het klassieke overbruggingsrecht wordt hervormd;
- De bestrijding van sociale fraude wordt geïntensiveerd, met name door de aanwerving van 17 agenten bij het Rijksinstituut voor de sociale verzekeringen der zelfstandigen (RSVZ);
- De OCMW's zullen verantwoordelijk zijn voor de responsabilisering voor de terugkeer naar het werk.
- Er worden maatregelen genomen voor primostarters en ter ondersteuning van het ondernemerschap van mensen met een handicap;
- Het jaarlijks quotum voor studentenarbeid wordt verhoogd van 475 tot 600 uur;
- De maatregelen betreffende overwerk aan het einde van de loopbaan worden met twee jaar verlengd;
- In een aantal sectoren (landbouw, sport, cultuur, enz.) worden de flexijobs uitgebreid tot bepaalde paritaire comités;
- De bestrijding van zwartwerk wordt versterkt;
- De federale regering zal 100% van de NAVAP (periode van non-activiteit voorafgaand aan pensionering) betalen in de vorm van een subsidie om de operationele capaciteit van de politie niet te beïnvloeden;
- Vanaf 1 april 2024 wordt een premie ingevoerd voor bedrijven die iemand met een langdurige arbeidsongeschikheid in dienst nemen. Na drie maanden dienstverband ontvangen werkgevers een bonus van 1.000 euro;
- Een arbeidsparticipatietoeslag wordt ingevoerd als nieuwe maatregel voor werknemers met gezondheidsproblemen van wie de arbeidsongeschiktheid nog niet is erkend, die hun arbeidsregime niet meer volledig kunnen uitvoeren maar nog wel een deel ervan. Dit voorkomt volledige arbeidsongeschiktheid.
Het was onmogelijk dit begrotingsconclaaf af te sluiten zonder oplossingen aan te reiken in de context van de energiecrisis. Zo zijn de steunmaatregelen voor energie voor burgers en bedrijven verlengd tot het einde van de winter. De BTW op 6% blijft voor iedereen gelden, ongeacht het inkomen. De 11 specifieke maatregelen van het luik "bedrijven", die zijn overgenomen uit het door David Clarinval voorgestelde actieplan, worden eveneens verlengd tot maart 2023. Daarnaast wordt een cheque van 250 euro uitgereikt aan huishoudens die met pellets verwarmen, op dezelfde manier als de stookoliecheque. Bovendien zal het systeem voor de toekenning van het sociale tarief worden verbeterd om het efficiënter te maken, misbruik te voorkomen en mensen met een gunstig vast tarief de mogelijkheid te bieden het sociale tarief te weigeren. Er zal ook een bonussysteem worden ingevoerd voor in aanmerking komende huishoudens die via een collectief verwarmingssysteem verwarmen. Bij de hervorming van het sociale tarief zal ook rekening worden gehouden met gescheiden ouders met een gehandicapt kind.
Wat de zekerheid van de energievoorziening betreft, die een absolute prioriteit is, is de regering overeengekomen dat de Premier en de minister van Energie alle aanvullende opties zullen uitwerken om de zekerheid van de energievoorziening van ons land te versterken, inclusief kernenergie. De verlenging van meer dan twee kernreactoren is dus een denkbare optie.
Daarnaast wordt een crisisbijdrage van de elektriciteitsproducenten, de gastransmissienetbeheerder en de oliesector ingevoerd. Hiermee worden steunmaatregelen voor huishoudens en bedrijven gefinancierd.
Ten slotte werd een reeks nieuwe beleidsmaatregelen verkregen die bijvoorbeeld de volledige uitvoering van de beheerscontracten van de federale culturele instellingen of de concretisering van een nieuw actieplan betreffende antimicrobiële resistentie, een volksgezondheidsprobleem, of zelfs de stimulering van het landbouwonderzoek mogelijk maken. Parallel met deze nieuwe beleidsmaatregelen werd een bedrag verkregen voor het Belgische voorzitterschap van de Europese Unie en voor de betaling van de huur van de Regie.
Vicepremier David Clarinval sloot dit begrotingsconclaaf af met de overtuiging dat bepaalde fundamenten werden behouden: "In de huidige context, waarvan we weten dat die moeilijk is voor zowel de burgers als onze bedrijven, was het van cruciaal belang dat we een krachtige boodschap konden uitsturen: koopkracht en concurrentievermogen moesten centraal staan in de besprekingen. Dit was mijn prioriteit tijdens de onderhandelingen. We werden allemaal uitgedaagd door uiterst moeilijke individuele en collectieve situaties en het was belangrijk om daarop te kunnen reageren".