Op weg naar het IBR-vrij statuut voor de Belgische rundstapel: Minister Clarinval neemt 2 belangrijke besluiten
België bindt al sinds 2007 de strijd aan tegen infectieuze boviene rhinotracheïtis (IBR), om tegen 2027 de IBR-vrije status te verkrijgen voor de hele Belgische rundveestapel. Het bestrijdingsprogramma is gestart als een vrijwillig programma, maar werd in 2012 verplicht voor alle Belgische rundveehouders, en heeft tot doel IBR uit te roeien in de Belgische rundveestapel. Van zodra de ziektevrije status bereikt is, zal België geen aanvullende garanties meer moeten leveren om dieren te kunnen verhandelen naar andere EU-lidstaten of regio’s met een IBR-vrije status.
De Europese dierengezondheidswet (Animal Health Law), die in werking is getreden op 21 april 2021, bepaalt dat lidstaten met een goedgekeurd bestrijdingsprogramma deze status tot maximaal 21 april 2027 kunnen behouden. Dit betekent dat België tegen 2027 moet kunnen aantonen dat het IBR-virus verdwenen is uit de Belgische rundveestapel.
Om deze termijnen te respecteren, worden er twee nieuwe besluiten voorbereid.
Enerzijds, een ontwerp van koninklijk besluit dat bijkomende maatregelen oplegt met het oog op het verwerven van deze vrije status binnen de vooropgestelde termijn. Dit ontwerp voorziet eveneens vergoedingen voor beslagen die hun gE-positieve dieren sneller moeten afvoeren dan voorzien om het bestrijdingsprogramma te respecteren. Voor de financiering van deze maatregel zullen de verplichte bijdragen aan het Sanitair Fonds voor het begrotingsjaar 2024 verhoogd worden met 2 miljoen euro, met een bijkomende steun van de federale regering van 2 miljoen euro voor het IBR-bestrijdingsprogramma.
Anderzijds, een ministerieel besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 6 februari 2023 betreffende de bestrijding van infectieuze boviene rhinotracheïtis. Dit besluit geeft de mogelijkheid aan beslagen met een status ‘besmet’ of ‘gE NEG met vaccinatie’ om nog tot 1 april 2025 hun dieren te vaccineren tegen IBR.
Samen met andere maatregelen zal dat bedrijven die moeilijkheden hebben ondervonden om de IBR-vrije status te verwerven of die recent te kampen kregen met nieuwe besmettingen, toelaten om bijkomende besmettingen te beperken en hun IBR-vrije status snel terug te krijgen.
Minister van Landbouw David Clarinval benadrukt het belang van deze bestrijding: “Ik huldig het werk van de FOD Volksgezondheid, van de gewestelijke dierengezondheidsverenigingen,van de dierenartsen en van de veehouders. Het is een werk van lange adem dat 12 jaar geleden begon en dat zeker zijn vruchten zal afwerpen. Het is een belangrijke uitdaging voor de Belgische rundveehouderij, zowel op gezondheids- als op economisch vlak. Het verwerven van de vrije status zal het mogelijk maken om de handel in vee te vereenvoudigen met andere landen die de vrije status hebben. Dat is een doel waarvoor we alles in het werk moeten stellen.”