Persbericht

David Clarinval is verheugd over de stemming in commissie over twee maatregelen die de pensioenen van zelfstandigen verhogen

Deze namiddag stemde de commissie Sociale zaken over het wetsontwerp tot wijziging van diverse bepalingen betreffende de pensioenregelingen voor werknemers en zelfstandigen, wat betreft de berekening van het proportioneel pensioen. In dit ontwerp zijn er twee initiatieven, van de minister van Zelfstandigen en kmo's, David Clarinval, die het mogelijk maken de berekeningswijze van het pensioen van zelfstandigen aanzienlijk te verbeteren. De eerste maakt een einde aan de correctiecoëfficiënt die het ontvangen bedrag met een derde vermindert ten opzichte van het pensioen van een werknemer. De tweede verhoogt het inkomensplafond dat bij deze berekening in aanmerking wordt genomen.

"De verbetering van het pensioen van zelfstandigen is een van mijn belangrijkste projecten", aldus minister Clarinval. "Ik ben blij dat dit wetsontwerp vandaag in de commissie werd goedgekeurd. Het beoogt een verouderde rekenmethode te corrigeren en maakt een einde aan de ongelijke behandeling van zelfstandigen werkers en werknemers in loondienst."

Bijna 40 jaar geleden, in 1984, werd bij de berekening van het pensioen van zelfstandigen een correctiecoëfficiënt ingevoerd om rekening te houden met hun lagere bijdrage aan de financiering van het systeem in vergelijking met werknemers. In de loop der jaren werd dit coëfficiënt stapsgewijs aangepast.

De werkzaamheden van het Algemeen Beheerscomité voor het Sociaal Statuut van de zelfstandigen hebben echter geleid tot de conclusie dat - als rekening wordt gehouden met zowel de wettelijke bijdragepercentages van de zelfstandigen en de werknemers als met de werkelijke bijdrage-inspanning van de zelfstandigen en de werknemers (met inbegrip  de gelijkgestelde periodes) - hun respectieve bijdragen nagenoeg gelijkwaardig zijn geworden. Het was dan ook hoogtijd om een einde te maken aan deze oneerlijke verschillen in de berekeningswijze.

Vandaag heeft de commissie Sociale Zaken gestemd over het wetsontwerp dat de afschaffing van deze coëfficiënt vanaf januari 2021 mogelijk maakt.

In de praktijk betekent dit dat de huidige vermindering van 31% op hun pensioen vanaf volgend jaar voor elk loopbaanjaar na 31 december 2020 wordt afgeschaft voor het rustpensioen (maar ook voor het overlevingspensioen en de overbruggingsuitkering), ten vroegste met ingang van 1 januari 2022. Deze afschaffing geldt voor de loopbaanjaren vanaf 2021.

Extra pensioen

Voor een zelfstandige met een inkomen van 30.000 euro zou de afschaffing van de correctiecoëfficiënt voor een loopbaanjaar resulteren in ten minste 123,38 euro aan extra pensioenrechten op jaarbasis. Voor een volledige loopbaan van 45 jaar na de hervorming betekent dit 5.552,10 (123,38 X 45) euro meer op jaarbasis voor een zelfstandige wiens pensioen theoretisch elk jaar wordt berekend op een inkomen van 30.000 euro.

Dit wetsontwerp maakt het eveneens mogelijk het maximumbedrag aan inkomsten dat in aanmerking wordt genomen voor de berekening van het zelfstandigenpensioen met 2,38 % te verhogen. Dit bedrag zal elk jaar tussen nu en 2024 verder worden verhoogd tot een totale stijging van 9,86% ten opzichte van vandaag. De effecten van de indexering zullen hier ook aan worden toegevoegd.