De regering biedt zelfstandigen actief voor digitale platformen die opdrachten geven extra bescherming in geval van een arbeidsongeval
Vandaag heeft de regering in de Ministerraad een extra maatregel geïmplementeerd uit het regeerakkoord over de “jobsdeal”. Het gaat om de uitvoering van een luik van de wet van 3 oktober 2022 houdende diverse arbeidsbepalingen inzake de platformwerkers.
In de voorbije jaren is werken via platformen exponentieel toegenomen, en nog versterkt door de coronacrisis. In deze context was het nodig te zorgen voor rechtszekerheid rond de aard van de arbeidsrelatie tussen een platformwerker en een platform dat opdrachten geeft, of het nu als werknemer of zelfstandige is.
Vanaf 1 januari 2023 werd een weerlegbaar wettelijk vermoeden ingevoerd om de aard van de arbeidsrelatie te bepalen van de platformwerkers actief voor een platform dat opdrachten geeft. Het evenwicht van de wet Laruelle van 2006 op de aard van de arbeidsrelaties bleef ongewijzigd met voorrang voor 4 algemene wettelijke criteria (waaronder de wil van de partijen), maar met acht nieuwe specifieke criteria.
Het ingevoerde mechanisme biedt immers de mogelijkheid om dit vermoeden te weerleggen via alle beschikbare rechtsmiddelen, en met name op basis van de 4 algemene criteria die voorrang hebben op de specifieke criteria.
De beslissing die vandaag door de regering werd genomen, voorziet in een extra bescherming voor de platformwerkers die actief zijn als zelfstandige. Voortaan is voorzien dat de platformuitbaters een verplichte gemeenrechtelijke verzekering moeten afsluiten tegen ongevallen tijdens de uitvoering van de activiteit.
Deze verzekering dekt de schade die het resultaat is van arbeidsongevallen en ongevallen gebeurd op het traject van en naar de activiteit. De vergoeding zal berekend worden op basis van de private verzekeringssystemen met franchise.
Het ontwerp van koninklijk besluit voorziet ook in minimale garantievoorwaarden voor deze verzekeringsovereenkomsten als het platform geen verzekering heeft afgesloten. Zo wordt een verplichting ingevoerd om een privaat garantiefonds op te richten.
Tot slot werd de inwerkingtreding van deze wetgeving bepaald op 1 januari 2026, waardoor de spelers uit de sector en de verzekeraars de nodige tijd krijgen om deze verzekering te implementeren. Er moet worden opgemerkt dat de grote spelers uit de markt, zoals Deliveroo en Uber, al een verzekering tegen arbeidsongevallen bieden, maar dan beperkter.
Vice-eersteminister en minister van Zelfstandigen, Middenstand en KMO’s David Clarinval reageerde als volgt: “De voorbije jaren heeft het werken via platformen zich snel ontwikkeld en de coronacrisis heeft de uitbreiding van deze activiteiten nog in een stroomversnelling gebracht. Terwijl het belangrijk en noodzakelijk is om het statuut van zelfstandige voor deze werkenden te behouden, omdat het reëel overeenkomt met hun activiteiten, is het eveneens belangrijk hen een gepaste bescherming te bieden. Zij verlenen immers diensten met een hoger risico op arbeidsongevallen dan normaal. Denk bijvoorbeeld aan de fietskoerier in druk stadsverkeer. Het is dus wenselijk en proportioneel om een gemeenrechtelijke verzekering op te leggen tegen arbeidsongevallen. Het akkoord van vandaag is evenwichtig en biedt platformwerkers een betere bescherming en de flexibiliteit die zij nodig hebben.”