Persbericht

Ministerraad: David Clarinval versterkt de reglementering rond de franchiseovereenkomsten in de voedingsdistributie

Op voorstel van minister van Middenstand David Clarinval keurde de Ministerraad vandaag een ontwerp van koninklijk besluit goed dat de bestaande lijst aanvult van bedingen die als onrechtmatig worden beschouwd, specifiek in het kader van de commerciële samenwerkingsovereenkomsten in de detailhandel in winkels in voedingsmiddelen.

 

Concreet identificeert dit koninklijk besluit een reeks contractuele bedingen die als onrechtmatig moeten worden beschouwd in de overeenkomsten afgesloten tussen de grote spelers in de distributiesector actief in België en hun verkooppunten beheerd door zelfstandige uitbaters. Deze commerciële samenwerkingsovereenkomsten worden doorgaans “franchiseovereenkomsten” genoemd.  Het besluit responsabiliseert met name de franchisegever meer ten aanzien van zijn leveringsverbintenis naar de franchisenemer toe in geval van niet-levering en de onterechte inperking van de mogelijkheid om zich bij derden te bevoorraden. De positie van de zelfstandige uitbater wordt mogelijks versterkt ten aanzien van de franchisegever op een reeks punten, zoals de onderhandeling over de overdrachtsprijs van het handelsfonds aan het einde van de overeenkomst, of nog de mogelijkheid om onderhandelingen op te starten over een toekomstige activiteit tijdens de opzegperiode of de periode van het niet-concurrentiebeding, met respect voor het bedrijfsgeheim.

 

David Clarinval, minister van Middenstand: “Dit ontwerp maakt het mogelijk de franchiseovereenkomsten in de voedingssector aanzienlijk te verbeteren, om de contractuele relaties tussen franchisegevers en -nemers meer in evenwicht te brengen. Ik heb dus beslist nieuwe bedingen toe te voegen die onder alle omstandigheden als onrechtmatig beschouwd worden of die als onrechtmatig geacht worden, behoudens bewijs van het tegendeel. In deze tekst werd rekening gehouden met de belangen van iedereen en met het absoluut noodzakelijk evenwicht dat behouden moet worden tussen franchisegevers en -nemers in hun commerciële samenwerking.”

 

 

Een voorafgaande analyse

 

In 2023 had minister van Zelfstandigen David Clarinval (MR) een analyse besteld van de franchiseovereenkomsten in de sector. Deze analyse resulteerde in een nieuw koninklijk besluit, na advies van de Commissie onrechtmatige bedingen en de Hoge Raad voor de Zelfstandigen en de KMO, dat vandaag werd goedgekeurd door de Ministerraad. Het bevat een reeks contractuele bedingen die de grootdistributeurs niet meer mogen opleggen aan hun zelfstandige operatoren. Wanneer een supermarktketen vandaag bijvoorbeeld niet of niet genoeg levert door een staking of een andere reden van overmacht, mogen de zelfstandige operatoren dezelfde producten niet elders gaan aankopen door hun contractuele verbintenis zich exclusief bij de distributeur te bevoorraden. Met als resultaat lege rekken en een aanzienlijk verlies aan inkomsten. Dankzij dit initiatief van David Clarinval zal de franchisenemer in deze uitzonderlijke omstandigheden de vrijheid krijgen om zich elders te gaan bevoorraden.

 

Een positie van afhankelijkheid

 

De onafhankelijke voedingswinkels die een commerciële samenwerkingsovereenkomst hebben afgesloten met een distributieketen bevinden zich vaak in een positie van afhankelijkheid ten aanzien van hun aankoopcentrale. In deze context blijkt het legitiem om de contracten beter te omkaderen die franchisegevers en -nemers verbinden om te vermijden dat deze laatsten in een situatie terechtkomen die te nadelig is. Daarom vond minister David Clarinval het opportuun tussen te komen om deze overeenkomsten beter te omkaderen.

 

De vice-eersteminister heeft dus voorgesteld, na grondig overleg met de beroepsfederaties van de franchisenemers en COMEOS, de lijst aan te vullen met 5 extra zwarte bedingen (met andere woorden bedingen die onder alle omstandigheden onrechtmatig zijn) en 3 zogeheten grijze bedingen (met andere woorden de onrechtmatig geachte bedingen, behoudens bewijs van het tegendeel), om bepaalde bedingen in de commerciële samenwerkingsovereenkomsten te verbieden.

 

Een zwarte en een grijze lijst

 

In de zwarte lijst worden de volgende bedingen toegevoegd en dus verboden:

 

  • Bedingen die de verantwoordelijkheid enorm verminderen van diegene die het recht verleent wat betreft zijn leveringsverbintenis ten aanzien van diegene die het recht verkrijgt;
  • Bedingen die verbieden om voorbereidingen te treffen of onderhandelingen aan te vatten tijdens de opzegtermijn en de termijn van het niet-concurrentiebeding;
  • Bedingen die de persoon die het recht verkrijgt verplichten om meer dan de helft van de kosten voor promotieacties te dragen;
  • Bedingen die verplichten exclusief beroep te doen op een bepaalde arbiter;
  • Bedingen die verplichten exclusief beroep te doen op de territoriaal bevoegde rechter van diegene die het recht verleent, of een rechter van wie de zetel zich bevindt in een ander taalgebied dan het taalgebied van de zetel van de persoon die het recht verkrijgt.

 

In de grijze lijst worden de volgende bedingen toegevoegd, en dus in principe verboden:

 

  • Bedingen die voorzien in een forfaitaire waardering waarbij een prijs wordt vastgesteld die duidelijk onredelijk is in vergelijking met een normale waardering van een handelsfonds of de aandelen van een onderneming;
  • Bedingen die het contractueel verplichten om de activiteiten van een structureel verlieslatende onderneming verder te zetten;
  • Bedingen die de persoon die het recht verleent toestaan de commerciële samenwerkingsovereenkomst te beëindigen met toepassing van een uitdrukkelijk ontbindend beding.

 

 

Het ontwerp wordt voor advies voorgelegd aan de Raad van State.