Persbericht

Minister Clarinval stelt een actualisering voor van het Sociaal Strafwetboek om de strijd tegen sociale fraude in België beter aan te pakken

Deze ochtend heeft de Ministerraad in tweede lezing het wetsontwerp goedgekeurd tot aanvulling en wijziging van sociaal stafwetboek en diverse bepalingen van sociaal strafrecht. Deze wijziging is gericht op fraudebestrijding en op een verlichting van de sancties voor een aantal vaak voorkomende administratieve overtredingen, waardoor de risico's voor zelfstandigen en kmo's kunnen worden beperkt.

 

Het sociaal strafwetboek is al meer dan tien jaar van kracht. Het was dus tijd voor een update. De wijzigingen houden rekening met de adviezen uitgebracht door de sociale partners.

 

Vice-eersteminister David Clarinval is blij met deze hervorming: “Met deze hervorming kan sociale fraude gerichter aangepakt worden. In een land waar belastingcontrole en belastingdruk hoog liggen, was het nodig de maatregelen met betrekking tot de fouten van zelfstandige belastingplichtigen te vermenselijken. Te veel zelfstandigen en kmo-eigenaars werden zwaar gestraft voor administratieve fouten. Dit is een rationalisering van de wetgeving, die ook de werknemer verantwoordelijk maakt en niet langer alleen de werkgever. Bovendien straffen we de werknemer zwaarder in de strijd tegen zwartwerk. Deze wijzigingen zullen het ondernemingsklimaat verbeteren en een gelijk speelveld creëren.”

 

Update van het sociaal strafwetboek: een officiële beschrijving van sociale dumping

 

Een eerste stap voorwaarts in de update van het sociaal strafwetboek is de invoering van een officiële beschrijving van sociale dumping. Dankzij deze beschrijving kan dit fenomeen zeer concreet worden aangepakt en kan er concreet worden opgetreden. Bovendien zal een reeks strafbare feiten zwaarder bestraft worden, waaronder de tewerkstelling van illegalen, oplichting, kinderarbeid, fraude met tijdelijke werkloosheid, of nog de vervaardiging van valse identiteitsdocumenten. Met deze maatregelen wordt de bestrijding van sociale fraude concreet versterkt.

 

Daarnaast wordt voorzien in een verzwaring van de sancties voor zwartwerk van de werknemer, die gaan van sanctieniveau 1 naar 3. Deze maatregel beantwoordt aan de sociale realiteit dat sommige werknemers zelf actief op zoek gaan naar zwartwerk. Dit betekent dat het arbeidsauditoraat voortaan zelf de ernst van de overtreding kan bepalen en de werknemers daadwerkelijk zwaarder kan straffen, terwijl voorheen alleen de werkgever een strafrechtelijke boete riskeerde. Deze verzwaring van de sancties maakt het dus mogelijk de werknemer verantwoordelijker te maken.

 

Verlichting van de strafrechtelijke sancties voor bepaalde vaak voorkomende administratieve overtredingen

Om de fraudebestrijding menselijker te maken, heeft de liberale vice-eersteminister zich gericht op de verlichting van de strafrechtelijke sancties voor bepaalde vaak voorkomende administratieve overtredingen, die vaak het gevolg zijn van fouten die te goeder trouw gemaakt werden. Sommige van deze overtredingen komen vaak voor, maar zijn zelden opzettelijk:

  • Overtredingen met betrekking tot deeltijdse arbeidsovereenkomsten. Dit is een vaak voorkomende overtreding, die dikwijls door een vergeetachtige werkgever wordt begaan.
  • Overtredingen met betrekking tot het personeelsregister.
  • De kennelijke fout van een werkgever bij een arbeidsongeval wordt gepreciseerd, waardoor een onderzoek vereist is alvorens de werkgever te sanctioneren.

Tot slot zal artikel 136 inzake kinderarbeid herbekeken worden, om de situatie van zelfstandigen die sporadisch door hun kinderen worden geholpen (met name in winkels of in de horeca) te verduidelijken